Mam?’ Karlijn kijkt naar me terwijl ik de auto onze straat in stuur. ‘Weet je waarom Neeltje moet huilen nu ik bijna geopereerd word?’ Ik neem wat gas terug om een fietser ruimte te geven en kijk even opzij. ‘Nou?’ Ze draait een haarlok om haar vinger. ‘Ik kan er op twee manieren naar kijken. Aan de ene kant is het spannend en eng.’ Ik parkeer de auto en draai de sleutel om. ‘De prik vind ik bijvoorbeeld het spannendst. Maar ik kan ook denken dat het moet gebeuren. Ik kan twee kanten zien. Dat kan Neeltje nog niet.’
Tien jaar geleden was je ‘de baby’ die nog veilig in mijn baarmoeder zichzelf aan het worden was. We wisten alles van de schisis die jouw lip, kaak en gehemelte onderbroken had, maar we wilden nog niet weten of je een meisje of jongetje zou zijn.
Je was heel aanwezig in je geschop en gedraai. Steevast reageerde je op een por van mij en ging je bewegen als ik juist ging zitten. Tot die zaterdagochtend. Je verstopte je en hield je heel stil. Het maakte mij ongerust. De verloskundige zocht en vond je hartje. Daarna in het ziekenhuis zagen we dat je nauwelijks bewoog. Ergens onderin mijn baarmoeder lag je je energie al zes weken heel economisch te gebruiken. Je bleek net zoveel te wegen als bij de echo rond 32 weken zwangerschap. Je moest eruit. En zo geschiedde. Na een weeënstorm spoelde jij aan in mijn armen. Een heel klein prachtig meisje. Iets meer dan twee kilo woog je. Het was hoopvol en verdrietig tegelijk dat je mijn borst zocht en probeerde te drinken. Ik kon je vijf minuten moederliefde geven en toen werd je meegenomen. In de couveuse vond je je tweede nestje, want jij stond nog steeds op spaarstand. In een andere kamer onder hetzelfde ziekenhuisdak, lag ik de hele nacht naar jouw foto te kijken die de zuster mij toestopte.
Alles wat ik wilde doen voor jou en met jou maar wat niet kon, stopte ik in de moedermelk die ik als een bezetene ging kolven. Al snel stond ‘mijn’ plank in de ziekenhuiskoelkast helemaal vol met drinken voor jou. Waar ik bij je zus al moeder was geworden, werd er bij jouw geboorte eens soort oermoederinstinct geboren waar ik gelijk van profiteerde. En jij ook. Meermalen liep ik als een leeuwin over de neonatologieafdeling. Zo ging ik rond jouw voedingstijd met busjes melk naar je toe en betrapte een coassistent die jou aan het uitkleden was omdat hij ‘jou even wilde bestuderen’. Ik vertelde met ingehouden oerkracht dat jij al je energie nodig had om te drinken. Hij droop af. De zuster die tussen neus en lippen door vermelde dat ze een sonde toch onvermijdelijk vond, sprak ik met iets minder ingehouden oerkracht toe. Dat jij het voor je spraakontwikkeling nodig had om te drinken zodat je lipspier aan kracht zou winnen. En dat een besluit over een sonde altijd nog met ouders erbij genomen wordt. Vijf minuten later zat ik met de behandelend arts in een ruimte. Hij in een onberispelijke witte jas en ik in mijn joggingbroek en verwilderde haren. Je kreeg een sonde en papa en ik leerden hoe we deze bij jou moesten aanleggen. Toen we na negen dagen het ziekenhuis verlieten met jou in een veel te grote Maxi-Cosi wisten we dat we nog vaak terug zouden komen op jouw geboorteplek maar we hadden nu vooral zin om jou te leren kennen.
De spaarstand die je in de baarmoeder al zocht, zoek je nog steeds op. Toen je vier was wilde je perse met twee vriendjes spelen. Uiteindelijk lag jij in je bed te slapen terwijl je vriendjes beneden aan het spelen waren. Heel vaak zoek je een hoekje op ergens in huis en lees je een Duckie. Soms kom je thuis na school en zeg je: ‘mam, ik heb geen speelafspraakje gemaakt, ik wil gewoon thuis zijn.’ Het zijn kleine eilandjes voor je. EigenWijs en eerlijk zijn de woorden die jou het beste omschrijven. Jij kwam een keer boos uit school. Ik liet je gaan en probeerde met je te praten. Waarop jij zei: ‘mam, wat fijn dat jij achter mijn boosheid kijkt.’ Je hebt een eigen kijk op de wereld en kan hier goed over praten. De mensen die dit snappen, die jou snappen pik je er zo tussen uit. De foto van je kleuterjuf heeft om die reden een plek onder je kussen gekregen. Veranderingen zijn niet aan jou besteed. Nieuwe banken in huis of een tweede sport uitzoeken, jij wordt er steevast opstandig van om naderhand te zeggen dat het toch wel een goed idee was.
En nu word je bijna tien jaar én word je bijna geopereerd. De operatie staat al in onze agenda vanaf de twintigwekenecho. Jij leeft er al naar toe vanaf het moment dat je je bewust bent van jezelf. Vorige week belde het opnamebureau met de datum en is de spanning waar we over fantaseerden opeens voelbaar.
Wat ik ook voel is dat mijn moederinstinct in de spaarstand staat.
Jij ben zo’n allemachtig prachtig, krachtig meisje.
Jij loopt voorop en ik volg. Altijd.
Tien jaar geleden was je ‘de baby’ die nog veilig in mijn baarmoeder zichzelf aan het worden was. We wisten alles van de schisis die jouw lip, kaak en gehemelte onderbroken had, maar we wilden nog niet weten of je een meisje of jongetje zou zijn.
Je was heel aanwezig in je geschop en gedraai. Steevast reageerde je op een por van mij en ging je bewegen als ik juist ging zitten. Tot die zaterdagochtend. Je verstopte je en hield je heel stil. Het maakte mij ongerust. De verloskundige zocht en vond je hartje. Daarna in het ziekenhuis zagen we dat je nauwelijks bewoog. Ergens onderin mijn baarmoeder lag je je energie al zes weken heel economisch te gebruiken. Je bleek net zoveel te wegen als bij de echo rond 32 weken zwangerschap. Je moest eruit. En zo geschiedde. Na een weeënstorm spoelde jij aan in mijn armen. Een heel klein prachtig meisje. Iets meer dan twee kilo woog je. Het was hoopvol en verdrietig tegelijk dat je mijn borst zocht en probeerde te drinken. Ik kon je vijf minuten moederliefde geven en toen werd je meegenomen. In de couveuse vond je je tweede nestje, want jij stond nog steeds op spaarstand. In een andere kamer onder hetzelfde ziekenhuisdak, lag ik de hele nacht naar jouw foto te kijken die de zuster mij toestopte.
Alles wat ik wilde doen voor jou en met jou maar wat niet kon, stopte ik in de moedermelk die ik als een bezetene ging kolven. Al snel stond ‘mijn’ plank in de ziekenhuiskoelkast helemaal vol met drinken voor jou. Waar ik bij je zus al moeder was geworden, werd er bij jouw geboorte eens soort oermoederinstinct geboren waar ik gelijk van profiteerde. En jij ook. Meermalen liep ik als een leeuwin over de neonatologieafdeling. Zo ging ik rond jouw voedingstijd met busjes melk naar je toe en betrapte een coassistent die jou aan het uitkleden was omdat hij ‘jou even wilde bestuderen’. Ik vertelde met ingehouden oerkracht dat jij al je energie nodig had om te drinken. Hij droop af. De zuster die tussen neus en lippen door vermelde dat ze een sonde toch onvermijdelijk vond, sprak ik met iets minder ingehouden oerkracht toe. Dat jij het voor je spraakontwikkeling nodig had om te drinken zodat je lipspier aan kracht zou winnen. En dat een besluit over een sonde altijd nog met ouders erbij genomen wordt. Vijf minuten later zat ik met de behandelend arts in een ruimte. Hij in een onberispelijke witte jas en ik in mijn joggingbroek en verwilderde haren. Je kreeg een sonde en papa en ik leerden hoe we deze bij jou moesten aanleggen. Toen we na negen dagen het ziekenhuis verlieten met jou in een veel te grote Maxi-Cosi wisten we dat we nog vaak terug zouden komen op jouw geboorteplek maar we hadden nu vooral zin om jou te leren kennen.
De spaarstand die je in de baarmoeder al zocht, zoek je nog steeds op. Toen je vier was wilde je perse met twee vriendjes spelen. Uiteindelijk lag jij in je bed te slapen terwijl je vriendjes beneden aan het spelen waren. Heel vaak zoek je een hoekje op ergens in huis en lees je een Duckie. Soms kom je thuis na school en zeg je: ‘mam, ik heb geen speelafspraakje gemaakt, ik wil gewoon thuis zijn.’ Het zijn kleine eilandjes voor je. EigenWijs en eerlijk zijn de woorden die jou het beste omschrijven. Jij kwam een keer boos uit school. Ik liet je gaan en probeerde met je te praten. Waarop jij zei: ‘mam, wat fijn dat jij achter mijn boosheid kijkt.’ Je hebt een eigen kijk op de wereld en kan hier goed over praten. De mensen die dit snappen, die jou snappen pik je er zo tussen uit. De foto van je kleuterjuf heeft om die reden een plek onder je kussen gekregen. Veranderingen zijn niet aan jou besteed. Nieuwe banken in huis of een tweede sport uitzoeken, jij wordt er steevast opstandig van om naderhand te zeggen dat het toch wel een goed idee was.
En nu word je bijna tien jaar én word je bijna geopereerd. De operatie staat al in onze agenda vanaf de twintigwekenecho. Jij leeft er al naar toe vanaf het moment dat je je bewust bent van jezelf. Vorige week belde het opnamebureau met de datum en is de spanning waar we over fantaseerden opeens voelbaar.
Wat ik ook voel is dat mijn moederinstinct in de spaarstand staat.
Jij ben zo’n allemachtig prachtig, krachtig meisje.
Jij loopt voorop en ik volg. Altijd.
Recente reacties