Toen ze zei dat ze niet zo houdt van de voorgrond kreeg ze blosjes op haar wangen. Het was het voorstelrondje van de cursus vertrouwenspersoon en ik keek naar haar zoals ik keek naar de olifant in Uganda. Zoals ik keek naar de walvis in Australië. Alsof ik ook daar, in de vergaderruimte van een Best Western Hotel, oog in oog stond met een bedreigde diersoort. De introverte mens. Met blos, schuchtere blik die ietwat naar binnen gekeerd leek te zijn en precies genoeg woorden. Ik zag mezelf van weleer en wat ik voelde, moest ik later bekennen, was heimwee.

In de weken dat ik de cursus volg, ga ik met mijn dochter van zeven naar haar juf. Ze voelt zich vaak niet prettig op school en wil dit, samen met mij, met de juf bespreken. Ik vraag de juf hoe zij vindt dat het met mijn dochter gaat.

‘Nou ja, ze is geen hoogvlieger he?’

Even staan we allemaal stil. De juf met haar hand in haar haar. Ik met de ring die ik steeds weer van mijn vinger haal tussen wijsvinger en duim geklemd. Neeltje met het rekenschriftje in haar hand. Midden in onze beweging stokken we en kijken elkaar aan. De juf stil door mijn stilte. Zo zou het honderd jaar blijven als ik niet word geduwd door mijn fatsoensnorm om er netjes overheen te praten.

Om er later op terug te komen.

‘Juf,’ zei ik, ‘weet je dat jij tegen mijn dochter hebt gezegd dat ze geen hoogvlieger is?’ De juf schudt haar hoofd en zegt dat ze wel vaker dingen eruit flapt die ze niet meent. Ik vervolg met blosjes op mijn wangen. ‘Wanneer is iemand van zeven een hoogvlieger?’ Vraag ik. ‘Als ze alle sommen oplost? Heel snel leest? Of als ze zelf bedenkt dat ze met de juf wil praten omdat ze niet lekker in haar vel zit? Of omdat ze zelf spelletjes maakt. Omdat ze veel meer geduld met haar broertje heeft dan ik?’ De juf stamelt wat. ‘En wat vind je ervan als ze laag vliegt. Al is het maar een tijdje?’ Zeg ik. En voel mijn eigen verlangen naar dat laag vliegen opborrelen.

Ondertussen tijdens de cursus vertrouwenspersoon wordt de plek die de introverte mevrouw inneemt op de achtergrond ongemakkelijk voor onze juf. Met haast probeert zij haar naar de voorgrond te krijgen met vragen en een plek in het rollenspel. De juf denkt dat ze de introverte mevrouw iets moet leren. Misschien wel moet leren hoe ze wordt zoals zij. Want dat is vertrouwd voor de juf. Maar de introverte mevrouw spreekt niet opeens als iemand die gemakkelijk spreekt. Ze spreekt als iemand die nadenkt over elk woord. Elk woord is dienstbaar aan wie ze is en niet aan wie ze moet zijn voor anderen.

Terwijl ik luister naar de geduldig pratende introverte mevrouw, verdwijnt ook mijn onrust. De verwachtingen kunnen wachten. Blijkbaar.

Ik denk dat ik laag ga vliegen. Onder de latten door. Zoef zoef. Net genoeg vleugelslagen om vooruit te komen. Zoef zoef. Alleen zichtbaar voor wie durft. Zoef zoef.